
Mechelen - Afgelopen schooljaar volgden 146 Mechelse kinderen huisonderwijs. Zij zijn dus niet ingeschreven in een erkende school. Dat aantal ligt een stuk lager dan een jaar eerder, maar wel dubbel zo hoog als in 2020. Volgens het stadsbestuur volgt de onderwijsinspectie de kinderen op, maar oppositieraadslid Marc Hendrickx (N-VA) vraagt een strikte controle.
Stijn Van De Sande
Tijdens het schooljaar 2023-2024 waren er 46 Mechelse kinderen in het basisonderwijs die huisonderwijs volgden. Dat blijkt uit cijfers die de stad in opdracht van oppositieraadslid Marc Hendrickx (N-VA) opvroeg bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten. In het secundair onderwijs ging het om honderd kinderen die niet op een erkende school ingeschreven waren. 84 van hen kregen thuis les, de zestien anderen volgen collectief huisonderwijs in het SAFE College.
Het aantal kinderen dat huisonderwijs krijgt, is daarmee gedaald ten opzichte van een schooljaar eerder, toen het om tweehonderd kinderen ging. Het cijfer ligt wel dubbel zo hoog als in 2020, toen 68 leerlingen thuis les kregen. “Het is de taak van de stad om oorzaken te zoeken”, zegt Hendrickx. “En er moet ook strikt toegekeken worden op de controles van de onderwijsinspectie. Dit alles in het belang van de gemeenschap en de kinderen.”
Gepaste begeleiding
Volgens Onderwijsschepen Sabe De Graef (Vooruit) is de toegenomen interesse voor huisonderwijs een maatschappelijke trend. “Bij een aanvraag tot huisonderwijs, moet er geen reden gegeven worden”, zegt ze. “Maar er wordt aangenomen dat ouders kiezen voor huisonderwijs wanneer ze het gevoel hebben dat hun kind op school niet de gepaste begeleiding krijgt, bijvoorbeeld bij autisme, leermoeilijkheden of hoogbegaafdheid.”
De leskwaliteit wordt gecontroleerd door de onderwijsinspectie. Als bij twee opeenvolgende inspectiebezoeken blijkt dat het niet voldoet, moet het kind worden ingeschreven in een erkende school. De kinderen moeten ook examens afleggen en een getuigschrift behalen via de examencommissie.